Een kast vol spellen, computer, beeldscherm, toetsenbord, het vijftigduizend stratenboek, agenda, telefoonboek, mp3 speler, televisie, horloge en god weet wat allemaal meer, gepropt in een honderd gram zware kunststof doos en soms gebruik ik hem zelfs om te telefoneren.
Honderd jaar lang was er nauwelijks iets nieuws te melden en toen bedacht iemand dat de telefoon mobiel moest zijn. Een ware “Deus ex machina” revolutie vond plaats. Op zolder heb ik nog een pre-mobiel zwart bakelieten exemplaar, kinderen lachen me uit als ik uitleg hoe de draaischijf werkt en vragen: “En sms-en dan?”
Ook de huidige telefoon gaat verdwijnen, de mens wordt een techno-symbiont met gechipte hersenen, sensoren in oren en contactlenzen. Wij zullen de telefoon van de toekomst worden.
Tot we er op een bepaald moment achter komen dat we elkaar eigenlijk niets te vertellen hebben en dat het totaal niet interessant is te weten wie nou precies wanneer en waar naar het toilet is geweest.
Sommige mensen krijgen nooit genoeg van zinloze info, het lijkt wel een beetje op het vlooien van apen. Zelfs als ze geen vlooien hebben doen ze het toch
Mee eens. Dingetjes zonder content. Incontentinentie, zoiets. Iets om voor te waken.
Dit is mijn Fototoestel-geluidsopnemer-tekstverwerker-rekenmachine-spelcomputer-chatbox-geheugenstick-zaklamp-radio-tv-navigator–wekker-agenda-dagboek, genaamd TELEFOON
En Lousjekoesje was de afzender van bovenstaand bericht.
Ik heb geen telefoon.