Plotseling verdwijnt de grond onder mijn voeten.
Ik stort in een immens grote beerput.
Ik val in mijn eigen stront!
Wanhopig probeer ik me uit de bruine drab te bevrijden.
Maar de sterke geur van ammonia doen mij mijn adem benemen.
Dan schrik ik wakker.
Mijn vrouw schreeuwt en houdt een kussen tegen mijn hoofd gedrukt.
Ze wil me vermoorden!
“Vieze stinkerd!”
Ik ben niet bij machte in- of uit te ademen.
Ik moet een scheet gelaten hebben of zo.
Als ik merk dat ik aan het stikken ben raak ik in paniek.
Ik laat daardoor een laatste scheet.
Wederom hoor ik wegebbend vloeken en tieren
Het is duidelijk wat er op mijn graf komt te staan:
Stank voor dank.
shit, wat grappig;-))