Er was eens een sonnet, dat altijd
wenste een sprookje te zijn vol spanning en moraal:
een koning, een mooie dochter, geheime geliefden â een verhaal
over goed en kwaad; die eeuwige strijd.
De koning wist een prins, rijk en charmant,
maar saai en laf, vond dochterlief, die dus
de trouwe stoere tuinman gaf haar eerste kus.
Vader koning, furieus, zette de hovenier fluks aan de kant.
De meid, in tranen, stortte zich op haar bed.
Ze wilde niet opgeven. De liefde voor haar vrind
verdroeg geen drama, maar eiste poĂ«zie. âWat is de wet
die tragedies droevig en fabels vrolijk vindt?â
De tuinman, ervaren en wijs, sprak: âelk sonnet
wordt een sprookje als het met âer was eensâ begint.
wat een ontzettend lief stukje! Wat heb je toch een heerlijke speelse energie/ fantasie en toch zit het schijnbaar ingewikkeld in elkaar en met die spagaat steek je ook nog eens de draak!
Grappig!
Knap hoor!
Prachtige eerste strofe!