Maria was doodsbang voor kinderkopjes. Ze zag ze overal en vooral
’s nachts in haar bed en op weg naar het toilet. Wanneer Maria naar de wc moest, leunde ze vol op me en liep ze op haar tenen om zo de kinderkopjes te ontzien.
Het eerste waar ik aan dacht bij kinderkopjes, waren kasseien, maar voor Maria waren het letterlijk kinderkopjes, samengeperst tot een weg. Wie zou niet angstig worden van zulke waanvoorstellingen die voor jezelf helemaal echt zijn?
Later maak ik kennis met het werk van Hans Rüdi Giger, een Zwitserse grafische artiest, bekend van films, boeken en elpeehoezen. Zijn werk deed me aan Maria denken en aan andere mensen met waanvoorstellingen. Deze lijkt over Maria te gaan.
Tja, dan zou ik ook op mijn tenen gaan lopen!
Juist niet op je tenen lopen! Dan verdeel je je gewicht over een kleiner oppervlak…
Het moet enorm angstig zijn om zulke wanen te hebben, zeker met het beeld van de kinderkopjes van Giger voorogen
voor ogen…..sorry!
Wat fijn dat het beeld in mijn hoofd bijna samenvalt met het beeld in de link. Was even bang om door te klikken en het verhaal ‘kapot’ te maken. Dat heb ik bij boekverfilmingen nogal vaak. Kent u dat ook?
Wat gruwelijk, Ineke.
Bedankt voor de reacties. En ja, het is iets gruwelijks. Het beeld kon hier het woord nauwelijks verstoren. Alleen maar versterken.