Otto had alles wat zijn hartje begeerde. Een mooie dochter waar hij geen oog voor had en honderd baar goud opgeborgen in een bureaulade. Elke dag telde hij zijn baren. Op een dag kwam hij niet verder dan vijftig stuks en een hertelling leverde geen baar meer op. Sinds die dag snakte het mannelijke deel van de stadsbevolking naar adem als Otto zijn dochter door de stad liep en de ondergaande zon met haar haren speelde. Dit ontging Otto volledig. Uit alle mannen koos zijn dochter niet de knapste prins, maar wel een prins die goed haren kon knippen. Het stel leefde nog lang en gelukkig en als ze iets tekort kwamen pakte de prins zijn schaar.
Recente reacties