Pepijn ging zoals elke avond op bed zitten en ontdeed zich van zijn kleding. Plots bonkte er iets op de vloer. “Wat is dat?”, bromde hij. “Dat is het broekzakmannetje,” zei een stem. Een klein ventje kwam tevoorschijn. “Ik zoek in broekzakken naar (brood)kruimels, muntstukjes, snoep, diamantjes, parels enzovoorts.” “Nou,” zei Pepijn, “dan kun je morgenvroeg met mij meegaan naar de wasserette, waar ik werk. Maar nu wil ik slapen!”
De volgende dag gingen ze naar de wasserij. Het manneke kon z’n (broekzakken)lol wel op!
Op een dag trof hij in een damesbroekzak een prachtig broekzakvrouwtje aan. Ze waren op slag verliefd en trouwden vier weken later.
Samen begonnen ze in het Blauwe Bos een winkeltje van alle verzamelde broekzakspullekes!
och, echte liefde