Voor de zaal staat een bijna-pensioengerechtigde hoogleraar al zo’n 10 minuten onafgebroken te oreren over een bepaalde acute hartaandoening, welke eigenlijk altijd binnen enkele dagen tot de dood leidt. Ergens gaat een aarzelende vinger de lucht in en de man stopt licht geïrriteerd zijn verhaal. Een van de aanwezigen vraagt of een harttransplantatie geen soelaas zou kunnen bieden. De man denkt na en concludeert dat dat inderdaad eventueel zou kunnen. “Maar ja, die wachtlijsten duren jaren. En wie is er überhaupt nog donor tegenwoordig?”. Stilte. “Vingers graag!”. Ik steek mijn vinger in de lucht en kijk om me heen. Op een vijftal mensen na zit iedereen met opgestoken vinger. “Ja, maar dit zegt niets. Jullie zijn niet representatief. Volgend onderwerp…”
En zo gaat dat, niet representatief, wel de beste bedoelingen en in grote hoeveelheden, maar niet representatief. Het doet me denken aan zo’n meerderheid die blijkbaar ook niet representatief is hier in NL.
Lekkere doordenker Frank!
Haha! Ik heb gemerkt dat mensen die op een lab werken, ook geneigd zijn donor te zijn. Misschien komt het omdat we meer gewend zijn over organen en lichaamsdelen te praten als iets puur biologisch