Om in het leven vooruit te komen, dient men het ene been voor het andere te plaatsen, waarna deze handeling met het achterliggende been wordt herhaald. Welk been als eerste in beweging komt, maakt voor het eindresultaat niet uit en is veelal afhankelijk van de startpositie. Desgewenst kan gedurende dit motorisch proces de snelheid van voortbewegen worden opgevoerd dan wel teruggenomen.
Deze simpele verrichting wordt ook wel ālopenā genoemd en leren lopen was precies datgene wat ik gedurende de eerste twee jaar van mijn leven hardnekkig weigerde te doen. Kruipend kwam ik immers overal en buitenshuis liet ik mij prinsheerlijk in een wandelwagentje voortduwen.
Praten deed ik daarentegen wel. Met tien maanden brabbelde ik al onafgebroken onverstaanbare, veelal zelfbedachte woordjes.
Recente reacties