Donkere wolken pakten samen boven de grijs geworden lucht. Na enkele tellen begonnen er, eerst zachtjes, daarna steeds harder, regendruppen naar beneden te vallen. Tuurlijk. Altijd als zij onderweg was. De dag, die zich in cirkels leek te herhalen in haar hoofd, spoelde langzaam van haar af. De dag had te lang geduurd en op haar werk had het water haar aan de lippen gestaan. Het verdriet dat ze zo ver had weggestopt was gedurende de dag langzaam binnengedruppeld. Maar nu, in de koele regen kon ze zwemmen. Heel even was ze gelukkig. Een stortbui van geluk overviel haar. In haar hoofd kon ze dansen, dansen en springen in de plassen water die door de regen in de straten verschenen.
@Johannes: leuk stukje, doordrenkt van de stromingen in het leven
Dankje!