De jaarlijkse strijd is weer losgebarsten. Zij wil kerst vieren, hij sinterklaas.
‘Kom op, het staat zo gezellig nu het vroeg donker wordt. Al die lichtjes in de boom en een ster voor het raam.’
‘Geen kerstversiering voor 5 december,’ zegt hij stellig.
Ze rolt met haar ogen. ‘Je bent geen zevenjarig jongetje meer, hè? Waarom moet je in godsnaam nog sinterklaas vieren?’
‘Waarom zou je dat niet willen!? Ik heb niets dan warme herinneringen aan pakjesavond. Bergen cadeautjes, speculaas en suikergoed, surprises, liedjes, warme chocolademelk.’
‘Je leeft in een kinderfantasie.’ Ze zucht. ‘Goed, ik zet pas 6 december de boom op. Maar denk maar niet dat ik ook maar één kruidnoot zal eten.’
‘Prima, des te meer voor mij.’
De jaarlijkse strijd … dat klinkt als een huwelijk. Grt.