‘Al die Franse namen… Begrijp jij er wat van?’
‘Nee. Ik heb trek in een soepje vooraf.’
‘Mevrouw, meneer, heeft u al een keuze kunnen maken?’
‘We dachten aan een soepje.’
‘O, dan beveel ik u de tête de veau en tortue aan. Exquise!’
‘Eh… doet u dan maar.’
‘En voor mevrouw?’
‘Voor mij hetzelfde.’
‘Uitstekende keuze, mevrouw, meneer.
Heeft het gesmaakt?’
‘Ja, maar wat voor soep was het eigenlijk?’
‘Schildpadsoep. Imitatie. Schildpad is een beschermd dier.’
‘O, gelukkig, ik dacht even dat ik aan Stoffel zat te knagen. Maar dat vlees…?’
‘Dat is de kop van een kalf.
Als tussengerecht heb ik malse cuisses de grenouilles.’
‘Wat?’
‘Kikkerbilletjes; smaakt naar drumstick.’
‘Doet u dan maar twee porties drumstick, ober.’
@Han. Leuk stukje. Als restauranteigenaar zou ik de ober ontslaan. De smaak van kikkerbilletjes is net wat verfijnder dan drumsticks.
@Ewald. Dank je. De ober is ontslagen en bezoekt nu de voedselbank.