Mijn werkgever en ik staan vanwege een hoogopgelopen arbeidsconflict in augustus 1986 tegenover elkaar voor de rechter. Oorspronkelijk is Pieter H., jurist bij advocatenkantoor Van Asperen, De Roos
en Pen, mijn raadsman. Volgens hem staan we sterk, een gewonnen zaak. Op de dag van de zitting neemt onverwacht een pas afgestudeerde advocate het van hem over. Ene Benedicte F.
Twee collega’s van mij, onder druk gezet, leggen onder ede een valse verklaring af. De onervaren Benedicte bloost als zij stamelend het woord voert. Rechter Ben A. (oom van Lodewijk A.) verleent ontslagvergunning. Zijn motivatie: een onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding. Mijn werkgever
moet – ter compensatie – een verbazingwekkend bescheiden bedrag betalen. Dit, na zeven dienstjaren.
Heel jammer, oordeelt mijn raadsvrouw. Inderdaad, heel jammer.
@Ewald. Ik mag toch aannemen dat dit fictie is?
tegenover elkaar voor de rechtbank – tegenover elkaar in de rechtbank lijkt mij de voorkeur hebben, of tegenover elkaar voor de rechter.
onherstelbaar verstoorde arbeidsverhoudingen. – onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding/relatie.
@Han. Dank voor de verbeterpunten. Boven mijn meeste stukjes staat ‘fictie.’ Boven dit stukje niet. Geen fictie dus.
@Ewald. Oei, heftig. Hoe krom het recht kan zijn.
Zeker Han. Benedicte F. heb ik nooit iets verweten. Pieter H. des te meer. Waarschijnlijk had hij die dag een zaak van meer ‘importantie.’
@Ewald. Ja, dan mis je de bezieling en sta je er alleen voor in feite.
Klopt Han. Dat was een eenzame dag. 26 augustus 1986.