Haar meisjesnaam was Jantina Koeneman, maar ze werd eenvoudig Jantje genoemd. Jantje huwde Herman Boerma en werd daarmee vanzelf mevrouw Boerma-Koeneman. Haar man noemde haar uiteraard Jantje, haar kinderen spraken haar met moeder aan en ik zei natuurlijk oma.
In het overwegend protestante Groningen behoorden de Boerma’s tot de katholieke minderheid. Mijn oma was een gelovige vrouw. In haar grote woonkeuken hingen diverse bidprentjes en een portret van paus Johannes de drieëntwintigste nam een prominente plek in.
Toch was oma zeker geen strenge vrouw. Voor iedereen had ze een luisterend oor. Ze hield van spelletjes, een grapje op z’n tijd en haar dagelijkse borreltje. Als ze je een nachtzoen gaf, maakte ze met haar duim een kruisje op je voorhoofd.
Mooi Ewald.
@Ewald. Wat mooi!
Mooi Ewald. Ik heb helaas geen oma levend mogen meemaken. Wel altijd over gedroomd.
Ik sluit mij aan.
Berdien, Han, Levja en Marceline: mijn dank is groot!
Ook ik ken mijn oma’s (en opa’s) alleen van de zerken. Maar je laat wel even dichterbij komen hoe dat gevoeld zou hebben. Zeker die nachtelijke zegening. Mooi!
Dank je, Arjan. Toen mijn moeder op haar sterfbed lag, gaf ik (atheist) haar, op mijn beurt, die nachtelijke zegening. Dat stelde ze zichtbaar op prijs. Praten deed ze niet meer.