Ik toeterde nogmaals en ditmaal kreeg ik wel een reactie van hem. Hij keek op en een vage glimlach speelde om zijn mond. Verder gebeurde er helemaal niets. Ik zuchtte en stapte uit de auto. “Waarom zit je midden op de weg?” Hij gaf geen antwoord, haalde alleen zijn schouders op. “Kijk, een bloem!” zei hij terwijl hij een klein geel bloemetje in mijn richting stak. Ik knikte. “Blijf je nog lang op de weg zitten?” Weer dat schouderophalen, dat ergerlijke schouderophalen.
Hij maakte mij kwaad. Ik zou hem het liefst van de weg sleuren, maar ik was gewaarschuwd. Alles moest zijn natuurlijke verloop hebben en hij was geen uitzondering. “Wil je mijn bloem echt niet zien?” vroeg hij zachtjes.
Vrienden maken.
@Godpipo Wat fijn je hier weer eens te lezen!