Pieper was zijn beste vriend. Hij kon ook Priem geheten hebben, maar Propper noemde hem Pieper omdat de ratten voor zijn avondmaal altijd piepten als hij hen vilde.
Samen hadden ze al heel wat doorstaan. Meerdere keren had hij zijn leven gered en dat van anderen beroofd. Een keer had hij er een oor mee afgesneden. Het had hem een status van aanzien bezorgd bij de kerels van het vreemdelingenlegioen. Propper had Pieper gestolen van een dode barbier uit het Midden-Oosten. Een rank, vlijmscherp lancetmesje met een oersterk lemmet.
Het plan was strak en eenvoudig. Met Pieper zou hij zich een weg naar de vrijheid schrapen door het beton van zijn gevangenis. De malaria besliste daar evenwel helemaal anders over.
Leuk verhaaltje, @Nele. Een hartje waard.
Leuk bizar, Nele. Hartje daarvoor. Twee puntjes. Tweede zin. Gegeten of geheten? Voorlaatste zin. Doorheen? ‘Door’ lijkt me hier correct.
Hoe verzin je het. Fabelachtig.
@Ewald: euh, ja.
Bizar inderdaad, heerlijk!