Rietje, zo heette ze, en ze kwam uit Hulst. Ik ontmoette haar toen we allebei startten met onze opleiding psychologie in Tilburg. Haar naam was zeer toepasselijk. Ze was erg mager en klein. Ze at niet of nauwelijks tijdens onze pauzes. Ze ging nooit mee naar studentenfeestjes. Uitgaan deed ze ook niet. Ik weet niet eens of ze op kamers woonde, of dat ze elke dag op en neer forensde.
Ik was achttien en leerde over dingen, die ik nog nooit had meegemaakt. Jaren na mijn studie hoorde ik pas van zaken als incest en anorexia. En pas toen snapte ik wat er misschien allemaal speelde bij mijn Zeeuwse medestudente. Mensenkennis was mij in die zes jaren helaas niet bijgebracht.
Heftig en eerlijk stukje.
‘Mensenkennis was mij in die zes jaren helaas niet bijgebracht.’ Als ik kijk naar de psychologiestudenten of afgestudeerden die ik heb gekend, dan moet ik eerlijk toegeven dat ik bij zo’n 75% dacht: ‘Kies alsjeblieft voor een ander beroep!’
Op welke manier hadden ze die mensenkennis het beste kunnen overdragen, denk je?
Wow, dat is nogal een vraag! Ik denk in ieder geval door de ervaringsverhalen die naar boven kwamen begin jaren ’80, serieus te nemen. Ik maakte te lang mee dat het toenmalige RIAGG en het AMW niet geloofden dat de problematiek bestond, en zeker niet in die omvang. Open blijven staan dus voor alle soorten van ellende die kunnen bestaan, zoiets?