“Het past nietâ€, foetert hij. Hij buigt zich zwetend over zijn werk. Hij knipt en plakt hier en daar. Dan gooit hij een deel van het werk weg en begint zuchtend opnieuw. Hij denkt: “Het moet toch kunnen. Ik ben toch zeker niet gek. Ik heb gezien dat anderen er ook één hebben gemaakt.†Wie heeft er dan ook zulke eisen aan een product gesteld, vraagt hij zich af. Als het aan hem lag gooide hij die eisen overboord en deed het op zijn manier, maar ja anderen gaan het eindoordeel vellen, dus hij moet zich wel schikken. Na nog een uurtje schaven is hij klaar. Tevreden controleert hij of het voldoet: tien, twintig, dertig, vijftig, honderd, honderdtwintig woorden. Gelukt!
Ik vind het leuk!!