De jongen van vier bleef over op het schippersinternaat in den Bosch. Hij rende langs de eettafel en botste tegen een ouder meisje aan, dat bezig was kopjes en schotels in een servieskast te zetten. Er brak een kopje.
Een non liep achter hem aan en sloeg hem tegen zijn hoofd. Hij viel tegen een muur en bleef bewusteloos liggen. Tegen de moeder van het jongetje zei de non dat er een ongelukje was gebeurd.
Die avond was zijn lichaamstemperatuur 41 graden. De twee jaar daarna moest hij drie keer naar een ziekenhuis, voor verschillende operaties. De non hoorde bij de ‘zusters van de liefde.’
Dat kind is nu een oudere man geworden. Deze jeugdherinnering komt nog elke dag terug.
Krengen waren het! En altijd knijpen. Bij voorkeur zo’n klein stukje vel op je bovenarm. Of aan je oor trekken, ook zo’n smerig trucje (Ik zit me hier ineens op te winden!)
Non: je ne regrette rien
Ja Conny, er zaten sadisten bij met een schijnheilige verpakking.
Mooi stuk over een pijnlijke herinnering, José.
Even opbouwende feedback: de laatste zin lijkt een dubbeling te hebben: de herinnering blijft hem dagelijks bij is voor mij vreemd. als het hem niet was bijgebleven was het geen herinnering. Ik zou het verwoorden als deze jeugdherinnering speelt hem dagelijks door het hoofd, of speelt nog dagelijks een rol.
Dank @Greta, ik heb de laatste zin aangepast