‘We raken het bad niet aan,’ had ik met dreiging in mijn stem gezegd nadat ik het tot de overloop gevuld had met koud water. ‘Je weet nooit.’
Vier dagen later hadden ze het water afgesloten.
Trots op mijn vooruitziende blik had ik geglimlacht, nu was de aanblik van de vijf centimeter resterend water een foltering geworden.
We zaten als ratten in de val, gegijzeld in onze eigen huizen. Een week geleden waren enkele buren de straat op geslopen in een poging onze bezetters te ontwapenen. Ze waren allemaal neergeschoten.
Ik doopte het bekertje in het bad en nam een slok. ‘Wij of zij’, dreunde het door mijn hoofd. De aarde had niet genoeg meer voor iedereen.
Zij hadden beslist.
Recente reacties