Mag ik schrijven. Gewoon. Omdat het moet. Gewoon. Omdat ik niet anders kan. Gewoon. Als zuurstof voor mijn zijn. Als voedsel voor mijn brein. Als remedie tegen zielenpijn. Gewoon. Zoals jouw hart niet anders kan dan jou in leven houden. Ik vraag je, mag ik schrijven. Gewoon. Omdat ik anders niet meer verder ga. Omdat ik anders niet meer weet wie ik ben, of waar ik sta. Gewoon. Ongericht gericht geschreven, omdat ik ook wel weet welke ogen lezen. Dus, alsjeblieft, mag ik schrijven. Gewoon. Zomaar voor mij uit. Zomaar en door maar één doel gedreven, namelijk: gewoon, opdat het wordt geschreven.
Je mag niet, je moet.
Schrijf jezelf vrij.
Dit vind ik een mooi stuk poëzie.