‘Als de zon onder gaat kleurt de wereld oranje’. Met deze gedachten kijkt de wijze uil neer op de bijenkorf. Jacob is arm in het dierenrijk, maar vandaag vloeit de honing op royale wijze. ‘De opium van het volk’. Meewarig vergelijkt de uil bezige bijen met dwalende doden, want in naam van de koningin sterven de individuen voor het collectief. Zij weten niet beter de angel te steken in de zoemende dreiging van arbeidsongelijkheid. Twintigduizend werkers voor een koningin. De eersten in lijn voor de nectar en de laatsten in rij voor de honing willen liever vergeten dan steken. Nu de raten leeg zijn met het vertrek van de imkers verwijst Jacob de gouden eeuw naar het rijk der fabelen.
Recente reacties