Zijn leven verliep netjes. Hij behaalde keurige diploma’s, kreeg een baan waarbij de mensen ‘u’ zeiden, trouwde met zijn jeugdliefde, kocht een representatieve auto, kreeg twee voorbeeldige kinderen en woonde in een respectabele buurt met eendenvijver.
Geluk was voor hem normaal. Tot die dag waarop hij ‘Je bent ontslagen’ hoorde. Hij stapte in zijn auto die alle glans had verloren en bleef rondjes rijden. De bomen in zijn straat keerden hem de rug toe. Net als zijn vrouw en kinderen straks deden; dat wist hij zeker.
Hij smeet het portier dicht en rende hard weg, geen idee waarheen. Het enige wat hij wist, was dat hij nooit meer binnen de lijntjes wilde lopen.
Er plonsde een auto in de vijver.
Boeiend, pakkend en het past helaas goed bij deze donkere tijden.