Soms voel ik me als een vlinder in september, zoekend naar de laatste bloemen en wetend dat het einde nadert. De zon verwarmd mijn doorschijnende vleugels, broos als perkament maar nog steeds sterk genoeg om me te dragen.
Er is nog zoveel te doen, zoveel te ontdekken en zoveel dat ik wil weten. De tijd haalt me langzaam in als ik zoekend rond fladder van bloem naar bloem. Ik ben moe en strijk even neer op het warme zand bij de beek. Rust, heel even maar.
De wind fluistert in mijn oor dat ik verder moet en pakt me op. Hij draagt me naar de overkant.
Ik snel vooruit. Geen tijd, er is te weinig tijd, er is… geen tijd.
Recente reacties