‘Hoi Ridder.’
Even staat Ridder stil. Hoort hij een stem? Nee, toch niet. Schouderophalend vervolgt hij zijn weg. Ondertussen tuurt hij in de verte, zoekend naar een vijand om mee te vechten.
‘Hier ben ik, Ridder.’
‘Wat hoor ik toch?’, mompelt Ridder. Opnieuw stopt hij, houdt zijn hoofd schuin en luistert. Stilte. Hij stapt verder.
‘RIDDER!’
Ridder maakt een sprongetje van schrik.
‘Ja..?’, vraagt hij aarzelend. ‘Wie ben je? Wáár ben je?’
‘Hier!’, klinkt de stem luid en duidelijk.
‘Waar..?’
Er wordt op Ridders rechtervoet gestampt.
‘Zullen we vechten?’
Ridder draait zijn hoofd naar beneden. Hij ziet een eekhoorn. Met een zwaard. Ze kijken elkaar in de ogen. Triomfantelijk trekt Ridder zijn sabel.
En ze vechten. De hele avond lang.
He! dat vind ik een leuk sprookje
Dankjewel, Tonia!
Haha! Grappig.