In het bozetrollenbos verzamelen de nachttrollen. Ze maken geen geluiden. De kabouters hangen hun weldadigheidsgeschenken voor dakloze dieren op. Nestkastjes, egelhuizen, uilenkasten in het bos.
Kabouter Baardmans heeft koude handen, hij warmt ze onder zijn baard, het slechte weer deert hem verder niet.
Plots komt Trol Slechterik. Vangt Baardmans en speelt zijn liefste spelletje: kabouters zo dicht mogelijk bij een draaiende slijpsteen houden zonder zijn handen te verbranden. De kabouterbaard vat vlam.
Trol Slechterik gooit hem naar Trol Achterlijk die met zijn, naar muizenpies en zwavellucht stinkende poten de vlammen dooft maar zijn poten net niet verbrandt.
Baardmans wordt heen en weer geslingerd, maar ontsnapt. Thuis spreekt hij de gedenkwaardige woorden: Wodan zij met de dommen, ze weten niet beter.
Recente reacties