TweeĂ«nnegentig was ‘ie geworden. En nog best bij de tijd. Overgrootvader. Een oud militair, dan krijg je dat. Tikje doof, maar wel scherp van geest. En de gasten natuurlijk ook. Tussen de Babi-Pangang en blik-fruit-met-ijs-en-spuitbusroom woei een dialoog over de dis.
Zij: “Goh, is die kleine ook van u, is ‘ie nog jong?”
Jonge vrouw: “Ja dat is mijn jongste, mooi mannetje, maar zwaar gehandicapt, dus daarom lijkt ‘ie misschien wat jonger.”
Zij: “Nou ja, als ze maar gezond zijn, toch? Dat is het belangrijkste, zeg ik altijd maar.”
Niets anders dan een milde glimlach om de monden, berusting om teleurstelling achter verbazing, bij hen die het hoorden.
Koffie dus. Uit een kan. Met cupjes.
Het blijft een kwestie van geduld met mensen die niet doof zijn en nog minder horen dan Overgrootvader!
Herkenbaar, mooi verwoord
(Hoewel een handicap niet in alle gevallen gezondheid uitsluit )
@gavimensch Geduld. Als een soort berusting zonder teleurstelling minus verbazing. We doen ons best. Tot die tijd schrijven we het nog even van ons af.
[…] Koffie dus. Uit een kan. Met cupjes. Dit bericht verscheen eerder op 120w.nl […]