Zo leefden ze lang maar niet meer gelukkig. De prins was in 12 jaar veranderd in een chagrijnige dwerg die zijn knuppel niet in zijn zak kon houden. Terwijl zij het tafeltje dekte, strekte zich voor hem een gewillig ezeltje. Hij had haar verweten op te grote laars te leven, zij verweet hem 1001 nachten alleen. Toen hij wederom had gekozen voor het bedje van het jongste beertje besloot ze hem het bos in te sturen zonder broodkruimeltjes. Er waren wolven genoeg maar haar mond was te groot. Toch was ze niet van plan haar leven slapend te slijten. Het kleine geitje uit de klok had geen problemen met de oude doornen en samen leefden ze nog kort maar krachtig.
Het ware leven….