Ergens in een berm lag een haveloze lamp. In de lamp bevond zich een geest die al sinds 1540 zijn krappe behuizing niet had verlaten. Niemand wreef over de lamp, want wie geloofde er nog in sprookjes? Maar de geest was het meer dan beu. En geheel tegen de codes van de lampengeesten in wurmde hij zijn doorzichtige hoofd uit de nauwe opening. Het eerste wat hij zag was een blauw bord met daarop in witte letters ALMERE. Even dacht hij nog terug te keren in zijn vertrouwde gevangenis, maar hij was al buiten. Nu moest hij snel drie wensen gaan vervullen anders zou hij oplossen in de ijle lucht. Maar ja…, wat hebben wij in Nederland nog te wensen.
Graag 46 titel beperken tot GEEST (schreef ergens Geest uit de fles, maar hij komt uit een lamp)
BVD Ruud Minnee
Opgelost.