“Als we nou eens bij die scène in het bos, waar de mannelijke hoofdpersoon aarzelend kijkt naar de twee meisjes in zijn gezelschap, twee levensgrote tuinkabouters neerzetten.” Hij dacht na.”Een met een hengel en een met een gieter. Manshoog. In het bos. Merkwaardiger kan het toch niet, zou je zeggen.”
De twee tuinkabouters zouden dan ook de rol van het koor in Grieks drama moeten vervullen. Commentaar leveren op de onzekere Piet en de mooie metgezellinnen met wie hij zich geen raad wist.
Het koor werd geïnstalleerd. De opmerkelijkste regie-aanwijzing werd “De gieter gaat af”: de tuinkabouter liep weg.
Nu na al die jaren dringt tot mij door dat de man die ze bedacht heeft zelf wellicht een elementaal was.
Een bijzondere elementaal is ie.