Het hele jaar zit ze ongeduldig te wachten, de muffe oude krantenlucht in haar neus, luisterend naar het gezeur van de mopperende oude baas naast haar met zijn vreemde rode muts, dikke buik en witte baard. Wachten op de voetstappen, het geschud van de doos en het kraken van het krantenpapier. Wachten op de warme lichtjes van de lampjes, de frisse geur van de dennennaalden en de vrolijk zingende kinderstemmetjes.
En als ze dan weer op het mooiste plekje in boom hangt, de kindjes zich vergapen aan haar stralende gezichtje en zacht haar prachtige vleugels strelen, dan weet de kerstengel het zeker. Dit is het jaar! Dit jaar vinden ze me zo mooi, dat ik voor altijd mag blijven hangen.
Wie weet…